Als combinatie Arup Iv Wagemaker zijn wij onderdeel van het Bureau Herberekeningen bij Rijkswaterstaat. Voor de Ravensteinse brug, een kokerbrug in de A50 over de Maas, hebben wij een geavanceerde tijdsafhankelijke berekening gemaakt met DIANA.
Deze grindbetonnen uitbouwbrug heeft een hoofdoverspanning van bijna 140 m. In de berekening zijn we uitgegaan van het RILEM B4 model voor kruip en krimp. Uit onderzoek van onder andere TNO is namelijk gebleken dat dit model beter geschikt is voor de lange duur (> 30 jaar) dan het model uit Eurocode 2.
Bij betonconstructies waarin de permanente belasting een aanzienlijk deel vormt van de totale belasting, speelt kruip een belangrijke rol. Met behulp van de geavanceerde software DIANA kunnen wij het tijdsafhankelijke gedrag van kruipgevoelige constructies nauwkeurig in kaart brengen. Hierdoor kunnen de aannames uit conventionele berekeningen omtrent voorspanverliezen verfijnd worden evenals het Kist-effect . Daardoor kunnen snedekrachten zowel lager als hoger uitpakken in vergelijking met de conventionele berekening. Bij constructies met een hoge benuttingsgraad kan dit doorslaggevend zijn voor het wel of niet voldoen van de toetsing.
De vervormingen, die we met het RILEM B4 model voorspelden, stemden goed overeen met de gemeten vervormingen. Vervolgens vergeleken we de snedekrachten uit het DIANA-model met de snedekrachten uit de conventionele herberekening. Ook deze toonden een sterke overeenkomst. Dat betekent dat de aannames voor het Kist-effect en de tijdsafhankelijke voorspanverliezen in de conventionele berekening voldoende nauwkeurig waren. Voor deze specifieke brug konden we daarom concluderen dat een verfijning van de voorspanverliezen op basis van het DIANA-model onnodig was.
Meer weten?
Onze collega's Dennis Schoenmakers en Lex van der Meer gaven onlangs een technisch webinar bij DIANA. Je kan het webinar hier terugkijken.

